‘Close Distance’: Bevrijdingsdag
2020
Alles lijkt te worden uitvergroot dezer dagen, weken,
inmiddels maanden. De Corona-crisis voel ik als docent in de kunstvakken vooral
in het onderwijs, en in de culturele wereld. Waar in het ene domein gebeurt wat
we niet voor mogelijk hadden gehouden (een digitale slag vanuit huis-, slaap-
en werkkamers), houd ik mijn hart vast voor de kaalslag die achter de gesloten
theaterdeuren, concertgebouwen, museumzalen en atelierramen plaatsvindt. Toch
zie ik vooral het hoopvolle, de initiatieven, de veerkracht en de verbondenheid
– de kunsten eigen. Dat zal ook te maken hebben met mijn onstuitbare wil tot
optimisme – soms tegen beter weten in.
Met de ongekend indrukwekkende 4 mei-toespraken van Arnon Grunberg en nota bene onze koning
nog in mijn hoofd, klinkt de vraag naar de betekenis van vrijheid, en mijn
eigen rol in het geheel luider dan anders: “Is het genoeg, wat ik doe, wat ik
beteken voor anderen? Wat draag ik uit in mijn eigen kring, mijn gezin, in mijn
vriendenkring en werk, de wijde wereld? Maak ik de juiste keuzes? Mag ik straks heel
hard om 16.55 ‘Zing, vecht, huil, bid’ met twee vriendinnen op straat zingen om
de vrijheid te vieren? Of is dat sentimentele window-dressing en vooral voor
mijn eigen lol?”
Natuurlijk zijn dit soort vragen mij niet vreemd: ze vormen
de bron van mijn kunstdocentschap – maar ze doen zich nog meer gelden dan in
het pre-Corona-tijdperk. Hoe laat ik mijn leerlingen nadenken over hun eigen
vrijheid, hun handelen? Voelen ze verbondenheid met de wereld,
verantwoordelijkheid? Hebben ze het gevoel dat het er toe doet wat ze doen –
hoeveel social distancing houden ze nog vol, doen ze boodschappen voor een
buurvrouw, sturen ze een kaartje aan opa en oma, vluchten ze in gamen en
Netflixen, omdat ze het ook allemaal niet weten? Tot waar denken ze dat hun
invloed reikt? In welke wereld zouden ze, na (of beter misschien: met) Corona,
willen leven? Welke keuzes maken ze – en waarom?
Ook hier lijken de verschillen tussen mijn leerlingen groter
dan in het gewone leven: sommigen vervallen in totale lethargie, of klampen
zich juist vast aan de online-lessen, anderen benutten hun tijd in relatieve
vrijheid optimaal: sporten, tekenen en werken harder dan ooit aan hun
opdrachten voor school – die soms ook groter lijken dan normaal.
Ik zet me, na het vieren van de vrijheid vandaag, dus weer
schrap, verschans me achter mijn computerscherm en open Microsoft Teams. Ik
verzin een opdracht voor mijn online-klasje kunst beeldend, de vierde op rij in
de serie ‘Close Distance-
social distancing in tijden van Corona’. Ze brachten al in beeld wat ze het
meeste missen, ze hebben een kunstwerk Corona-proof gemaakt en een project
verzonnen om kwetsbare mensen zich minder eenzaam te laten voelen. Deze week
wil ik graag dat ze de Dodenherdenkingstoespraak van de koning op de lege Dam
terugkijken. Wat betekent voor hen: ‘(...) niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet
uitwissen. Niet apart zetten. Niet normaal maken wat niet normaal is.’
Ik weet nog niet precies hoe de opdracht er uit gaat zien,
maar ik hoop dat ik iets van de verbondenheid en ontroering die ik vandaag voel
aan mijn leerlingen kan overdragen.