maandag 16 januari 2017

Kunst kiezen

Ik maak me een beetje zorgen. De landelijke trend dat er steeds minder leerlingen het profiel Cultuur en Maatschappij kiezen, is ook zichtbaar op mijn school. En het aantal leerlingen dat kunst als examenvak kiest neemt af. Niet alleen het utiliteitsdenken ligt hieraan ten grondslag (‘ik kies vakken waar ik onbetwistbaar iets aan heb, die aantoonbaar nuttig zijn), maar juist ook het uitstellen van een keuze. ‘Als ik NG kies met wiskunde A kan ik alle studies nog doen – want eigenlijk heb ik nog geen idee wat ik wil’. En er is steeds méér te kiezen: op mijn school, op veel andere scholen. Meer vakken (want een breed aanbod is belangrijk) die meer direct maatschappelijk nut lijken te hebben.

Ondertussen schreeuwen de wetenschappelijke wereld en het bedrijfsleven om mensen die buiten de paadjes durven te lopen. Mensen die juist van de procedures en formules af kunnen wijken, nieuwsgierig zijn en onderzoekend. Die niet voor de hand liggende oplossingen zélf bedenken. Die werelden en ideeën verenigen die onverenigbaar leken. Mensen die experimenteren. Omdat ze hebben geleerd creatief te zijn. (Dat kan je namelijk leren. Iedereen kan dat.) Economen die vanuit concepten denken in plaats vanuit verdienmodellen. Natuurkundigen die gitaar spelen. Juist nu, in onze spreekwoordelijke ‘snel veranderende wereld’ zijn creatief, probleemoplossend denken, conceptueel denken meer nodig dan ooit. De zogenaamde en al even spreekwoordelijke 21st century skills.
Op de lange termijn is juist creativiteit ontzettend nuttig. In allerhande rapporten en analyses wordt gewag gemaakt van het belang van creativiteit. In het meest recente rapport over onderwijs worden creativiteit en nieuwsgierigheid eerder genoemd dan lees- en rekenvaardigheid (eindrapport Ons Onderwijs 2032, p. 21).
En nu komt het: er is geen vak op school binnen het huidige onderwijsbestel waar je deze vermogens zó kan ontwikkelen en toepassen dan binnen het vak kunst. En daar gaat het niet zo goed. Omdat kunst niet zo lekker ligt. Omdat er zoveel is weggesneden. Omdat het in een kwaad daglicht staat. Omdat het niet direct nuttig is lijkt.

Daarbij: het probleem van de kunstvakken op veel scholen is het imago van ouderwets handwerk, waar je nu eenmaal wél of niet goed in bent; ook op mijn eigen school. In de onderbouwlessen, in de verwachtingen van leerlingen, in de hoofden van hun ouders – en van collega’s. Er is nog teveel ‘schoolkunst’ (een door de docent bedacht thema dat hopelijk aansluit bij leerlingen) en te weinig eigen thema's. Teveel waterverf en te weinig animatie of 3D-printen. Teveel vaardigheid, te weinig concept. Bovendien laten we te weinig op school zien waar het écht om gaat bij die kunstvakken. Wat leerlingen uit VWO 6 overigens exact en tot ontroerends toe onder woorden kunnen brengen. ‘Je ontwikkelt probleemoplossend vermogen, je kan dicht bij jezelf blijven, je leert kritisch zijn, beslissingen te nemen, anders aan te kijken tegen de dingen, het leven, de wereld. Je leert vanuit een concept denken en je eigen onderzoeksproject op te zetten. Zonder dat de docent een stappenplan geeft.’ Maar ja, op welk kanaal laat je die uiterst persoonlijke YouTubefilmpjes van je leerlingen zien? Een mooie, knappe tekening hang je nu eenmaal makkelijker op. Het zijn hardnekkige valkuilen.

Op mijn school zijn we hard bezig om het anders te doen. We slaan een brug tussen kunst en technologie. We bedenken uitdagende thema’s die leerlingen anno 2017 raken: die gaan over hun cultuur nu en de wereld van morgen. We starten niet met een schilderij van Rembrandt of Picasso (who cares) maar met een installatie die gender en identiteit thematiseert (zie de ‘Gender Swap Machine’), die veel stof tot discussie en reflectie oplevert. Dus: ‘ontwerp een Alter Ego waarmee je jouw perspectief op de wereld verandert’ in plaats van ‘maak een zelfportret’. ‘Bedenk een campagne waarmee je de wereld een beetje verbetert’ in plaats van ‘maak een logo voor je eigen bedrijf’. ‘Ontwerp het virtuele landschap van je eigen game’ in plaats van ‘teken het uitzicht uit je raam’. Het zijn soms relatief kleine ingrepen die een schoolopdracht radicaal anders kunnen laden.

Dat proces gaat hartstikke goed. We hebben een sterke sectie, mooie ideeën, ondersteuning vanuit de directie, sympathie bij de collega’s. We hebben (het begin van) een hippe website en allerlei nieuwe technologie in huis. We hebben wilde plannen voor het profiel Media Art en Design in de bovenbouw. Maar het kost tijd. Beeldvorming is hardnekkig en een cultuuromslag duurt lang. En toch moet het nu, want creatieve geesten zijn harder nodig dan we kunnen bedenken.

(Voor het complete beeld ook nog even deze beluisteren natuurlijk. En daar is niets elitairs aan.)