'Bodily Landscape': Susanne Luurs & genodigden - of: hoe je als kunstjuf de expositie van je oud-leerling die inmiddels collega is geworden mag openen
Vereerd en trots was ik - en ook ontroerd. Dat had ik niet in de tekst gezet, maar dat voelde ik wel. Ook omdat het thema dat Susanne en haar medemakers aansnijden me zo na aan het hart ligt. Hieronder de integrale tekst. Nog tot 1 september te zien in Galerie Noord - Nieuwstad 6, 9711 JP Groningen.
Openingswoord bij ‘Bodily Landscape’ – Susanne Luurs en invités
Galerie Noord, 6 augustus 2022 – 17.00
Esther Schaareman
‘Uiteindelijk
zullen we alleen proberen te behouden wat we liefhebben, we hebben alleen lief
wat we begrijpen en we begrijpen alleen wat ons is geleerd’.
Susanne zelf verrichte de openingshandeling van deze
bijzondere presentatie – ik heb zojuist het openingswoord uitgesproken, een inmiddels
beroemde uitspraak van de Sengalese bosbouw- en milieudeskundige Baba Dioum uit
1968 – die ik graag aan de hand van intuïtief geordende citaten, gedachten en
anekdotes toelicht. Een meanderende tekst dus, zoals de kreken in de kwelders van
Noord-Groningen, die hier in allerlei verschijningsvormen vertegenwoordigd
zijn.
In de presentatie ‘Bodily Landscape’ in Galerie Noord is een rhizoom van thema’s te zien, te voelen, te proeven, te beluisteren, te ervaren: een intern verweven netwerk van concepten en onderwerpen. Dat alle lijnen uiteindelijk naar Susannes werk terug te voeren zijn, is niet gek: zij was immers degene die tien niet-mannelijke makers uitnodigde om naar één van haar lievelingsplekken te komen. Een plek die ze bezocht met haar ouders, waar het land verdwijnt in zee, waar (en ik citeer Susanne) ‘je de kracht van het water ziet omdat het er soms niet en soms heel snel is. De grond is er vruchtbaar maar tegelijkertijd ook kwetsbaar. Het is er stil, er zijn weinig mensen’. We hebben het over de kwelders achter de Waddendijk van Westernieland.
Susanne regisseerde daar in die
kwelders ‘aandachtige aanwezigheid’ met de makers, tijdens drie bijeenkomsten
- de beelden van de performances zijn
hier te zien: de eerste met acht kunstenaars, de tweede met drie en tenslotte bezocht
zij de plek nog eens alleen. Ze luisterden, namen de eindeloze
kleurschakeringen waar, ze roken en proefden de aarde, de groeven met handen en
voeten in de vette klei. Sommige kunstwerken die hier te zien zijn, zijn ter
plekke gemaakt, andere zijn in ateliers afgemaakt of tot stand gekomen. Gemaakt
met vilt, fotografie, potlood, verf en stof. Susanne zelf heeft haar
laboratorium, haar rariteitenkabinet met de trouvailles uit Westernieland, naar
de galerie verhuist: zo kunnen we zien door welke rijkdom van natuurlijke
objecten, planten, oesterschelpen, mossen uit dat landschap ze gefascineerd is:
een veelvoud van vormen, kleuren, texturen en materialen. Maar allemaal, alle
werken die hier te zien zijn, verbeelden de fysieke, zintuiglijke ervaring van
het landschap.
En precies dat, de manier waarop je het landschap
zintuiglijk, dus met je lichaam ervaart, is het kernthema van Susannes werk,
denk ik, namelijk de vraag of en hoe we verbonden zijn met onze omgeving, met
de wereld om ons heen. Wat mij betreft raakt dat aan de essentie van ons aller
bestaan.
Frappant is dat ik toen ik zelf halverwege Stad en Wad woonde naar precies dezelfde plek ging om land, water, licht en lucht in elkaar op te zien gaan: een totale versmelting van de elementen, die als haast metafysische ervaring een vreemd contrast vormt met de strakke ordening van weilanden en landerijen die je net achter je gelaten hebt. Susannes verwantschap met het landschap herken en deel ik dus. Je zou dat gevoel ‘a sense of belonging’ kunnen noemen: een lastig te vertalen term die verbondenheid en identificatie met een plaats of ruimte uitdrukt.
Toen ik gisteravond op mijn fiets richting Wad reed, om het
materiaal te ordenen dat zich in mijn hoofd verzameld had (ik denk genoeg voor
een lezing van minstens twee uur), kwam ik niet verder dan de plek waar het
Reitdiep, een natuurlijk stromende rivier, doorsneden wordt door het door de
mens gegraven Van Starkenborghkanaal: een mooie illustratie van de aandacht die
Susanne voor, maar ook de zorg over het landschap dat haar lief is heeft. Het
kronkelende Reitdiep dat in de loop der eeuwen zich een weg heeft gebaand naar
de Waddenzee, is op sommige plaatsen efficiënt gekanaliseerd en rechtgetrokken,
ten behoeve van de binnenvaart – en zelfs doorkruist, zoals op de plek waar ik
gisteravond was. De verzilting van het land vóór de Waddendijk door de stijging
van de zeespiegel is een feit, terwijl de bodem daalt en het grondwaterpeil
zakt. Dat dat alles z’n effect heeft op het precaire ecologische evenwicht van
het Waddengebied behoeft geen toelichting. Zaken waar Susanne zich terecht
zorgen om maakt.
Het citaat waarmee ik begon,
‘Uiteindelijk zullen we alleen proberen te behouden wat we liefhebben, we
hebben alleen lief wat we begrijpen en we begrijpen alleen wat ons is geleerd’
is onder andere terug te vinden in het boek ‘De aarde, een kleine geschiedenis
– vier miljard jaar in acht hoofdstukken’ van de geoloog Andrew Knoll, een boek
dat Susannes in haar laatste jaar op de academie las. Het boek zelf begint als
volgt: ‘We zijn door de zwaartekracht aan de aarde gekluisterd. Bij elke stap
maken we contact met de bodem, met klei, met zand of rots, zelfs als die schuil
gaat onder een dunne laag asfalt of een planken vloer.’ Hier ligt de sleutel,
vermoed ik, van Susannes zoektocht naar de verbanden tussen vrouwelijkheid en
de bodem onder onze voeten. Susanne en haar invités nodigen ons immers uit om
met vrouwelijke aandacht naar de wereld om ons heen te kijken: niet alles hoeft
nog efficiënter georganiseerd te worden, gericht op winstmaximalisatie, er mag
meer kronkelen, grillig en onvoorspelbaar zijn – noties die eerder met het
vrouwelijke dan met het mannelijke geassocieerd worden. Meer rond, minder
recht; meer cirkels, minder vierkanten.
Susannes pleidooi voor meer vrouwelijke aandacht voor het
landschap, voor de vruchtbare aarde, is even eenvoudig als vanzelfsprekend: als
je iets neemt van de aarde, de bodem die je draagt, doe dan ook iets terug. Een
wijze les waar de generaties na ons hopelijk meer gestalte aan gaan geven dan
we in het westen tot nu toe hebben geleerd.Het citaat van Baba Dioum gebruikte Susanne
zelf ook tijdens haar masterclass in september op het Kamerlingh Onnes, haar
oude middelbare school. Ik had haar uitgenodigd om in gesprek te gaan met mijn
VWO 6 kunstleerlingen die de opdracht hadden de toekomst van hun lievelingsplek
in de natuur te verbeelden. We waren al naar het Lauwersmeergebied geweest,
daarna kwam Susanne vertellen over haar kunstenaarschap: ze liet registraties
van haar performances zien en deelde haar liefde en zorg voor het noordelijke
landschap – en dat deed ze met overtuiging. Leerlingen die dachten niets met de
natuur te hebben, constateerden tot hun eigen verrassing dat ze zich wel
degelijk verbonden voelden. Ze moesten op zoek, maar vonden een plek, een
‘sense of belonging’.
Gisteren toen we samen de presentatie in opbouw bekeken,
vertelde Susanne dat er met deze presentatie een cirkel rond is: toen ze in
havo 4 zat, heb ik als haar kunstdocent ooit gesuggereerd dat de kunstacademie
misschien iets voor haar was. Maar Susanne ging eerst Integrale veiligheidskunde
studeren. Een studie waarvan ze slechts één vak interessant vond en gehaald
heeft, criminologie. Een paar jaar later kwam ze me op het Kamerlingh Onnes
enthousiast vertellen dat ze toegelaten was tot Minerva en dat ze de docentenopleiding
ging doen. Ze was thuisgekomen – en hoe. Later dit schooljaar werd ze mijn
collega op haar oude school, dat was ze al op Minerva en nu mag ik haar expositie
openen.
Ik ben vereerd en trots dat Susanne me heeft uitgenodigd om
het openingswoord te doen hier. De cirkel is rond. Ze is niet alleen thuis in
het landschap en de kunst, maar ook in de kunsteducatie: graag deelt Susanne
haar verwondering, haar zorg en verbondenheid, kortom haar ‘belonging’: met
collega-kunstenaars, makers, kunstdocenten en leerlingen en nu, op dit moment,
met ons allemaal. Ik nodig jullie graag uit om te kijken, te luisteren, te
voelen, te proeven, naar en van de verbeelding van het kwelderlandschap boven
Westernieland. Ga er ook eens naartoe, het is er wonderschoon. Niet allemaal
tegelijk en liefst met vrouwelijke aandacht. En als je iets meeneemt, bedenk
dan wat je teruggeeft. Zo blijft ook die cirkel rond.
Dank voor jullie aandacht.
https://www.kunstpuntgroningen.nl/agenda/bodily-landscape/
fotografie: Lisa Bommerson